We zijn er nog allemaal  (PoëzieCentrum, 2016) is het langverwachte poëziedebuut van Peter Mangel Schots. In een bruisende taal met treffende beelden dicht hij zowel over de grote gebeurtenissen uit de geschiedenis als de kleine voorvallen van elke dag, over zandkastelen en huizensloop, slotenmakers en Valentijnsdates. En nooit is de beeldende kunst veraf: Frans Masereel, Eduardo Chillida, Chi Peng en Käthe Kollwitz, ze duiken allemaal in deze bundel op.

De gedichten in We zijn er nog allemaal hanteren de menselijke maat, maar daar worden vele groottes mee gemeten. Ze tonen de mens in zijn gevecht met de elementen, met oorlog en verdrukking, maar ook de worsteling met zichzelf en zijn eigen sterfelijkheid. Te midden van die strijd probeert hij te overleven, met liefde, wilskracht en optimisme. We zijn er nog allemaal : het is een titel die opluchting en hoop uitdrukt. De mens is veelzijdig in zijn overlevingsdrang, de poëzie niet minder.