Mijn eerste echte besef van tijd, de impact ervan, hoe hij kan samengedrukt en uitgerekt worden en hoe eindeloos leeg hij kan lijken, kreeg ik kort na mijn zevende verjaardag. Het was november en ik was dagenlang verdrietig, met huilbuien ’s avonds, tot wanhoop van mijn ouders, want ik kon of wilde niet zeggen waarom. Ik wist het zelf maar half.
Achteraf heb ik vaak aan die periode teruggedacht als aan de geboorte van de melancholie.
Maar waaruit was die dan ontstaan?
In het handboek ‘moedertaal’ hadden we op school een verhaal gelezen dat ik intens triest vond, dat deed er vast geen goed aan. Maar er moet meer geweest zijn. Ik ben later naar dat gevoel gaan delven en toen ik het bovengehaald had, dacht ik het te weten. Dat droeve gevoel was het doorbreken van het besef van tijd. En vooral: van een gebrek aan vooruitzicht. De herfstvakantie net achter de rug en voor het eerst doemde in mijn kinderogen een schier eindeloze sliert van lege weken op, zonder vakantie, zonder feestdagen, zonder iets om naar uit te kijken.
Het besef van tijd daagde en meteen deed het pijn.
Voor veel mensen doet het besef van tijd nu pijn. We hebben nood aan perspectief – deels aangepraat, deels echt. Een nieuw jaar is begonnen en we wensen elkaar het beste toe. Betere tijden. Uit het diepst van ons hart.
Onzekere tijden scheppen een wankel verlangen naar beter. Welke wensen zouden onze voorouders elkaar geschonken hebben bij het begin van 1915 of 1941? Een beter jaar allicht. En de jaren erna?
Toen ik tijdens de eerste lockdown de oorlogsdagboeken van mijn grootvader ontsloot op mijn Facebookpagina, passeerden daar ook drie Nieuwjaars. Van oktober 1942 was hij weg van huis. Op 1 januari 1943 lezen we: ‘Nieuwjaar. We wensen elkaar een gelukkig jaar en dat we gauw terug thuis mogen zijn. We moeten vandaag ook niet werken.’ Op 1 januari 1944: ‘Nieuwjaar. Een regenachtige dag met ’s avonds meer dan twee uren alarm.’ Op 1 januari 1945 wordt van Nieuwjaar geen melding meer gemaakt. Het is een maandag en er wordt dwangarbeid geleverd. Net als de dag ervoor, zondag 31 december.
Ik maak geen vergelijking met toen. Integendeel, ik vind de vanzelfsprekendheid waarmee we elkaar betere vooruitzichten toewensen van een diepmenselijke schoonheid.
Een goed en beter 2021 voor jullie allen.