Op de ochtend dat we wakker werden in een slechtere wereld, had ik een trip naar Amsterdam gepland. Goeie timing, zo zou ik niet als een nieuwsjunk aan het infuus van de media hangen (wist ik veel dat alles bij mijn vertrek al duidelijk zou zijn). Het gaf me de kans om te reflecteren over deze kwestie: biedt het idee dat alles nog erger kan enigszins troost? Zowel in de details van het dagelijks leven als in de grote levensvragen of maatschappijkwesties.
Ik had meteen een goed vertrekpunt voor mijn bespiegelingen, want in Rotterdam bleef mijn trein drie kwartier staan. Een defect rijtuig op het spoor naar Schiphol, omleiding via Leiden. Het had erger gekund. Ik had in Antwerpen mijn aansluiting gehaald en in Amsterdam had ik toch een uurtje marge genomen om nog iets te eten voor mijn afspraak. Dan maar een korte lunch.
Of geen lunch, want in het eetcafé van mijn afspraak had de kok zich ziek gemeld. Ach, er zijn ergere dingen, ik kon nadien mijn honger stillen met een boeiend gesprek over literatuur. En natuurlijk hadden we het ook over de actualiteit van de dag. Kan het allemaal nog erger nu ook de States, na eerder Rossyja en Jahweh’s Beloofde Land verworden zijn tot dat wat ze ooit bestreden of waaronder ze leden, een autoritaire staat met een narcistische gek als leider? Want ja, dat is natuurlijk nog wat anders dan een treinvertraging of een gemiste lunch.
Ik ben er niet uit. We hadden geen antwoord. Vaak weten we ook gewoon niet of het nog erger kan. Tegelijk kunnen we altijd wel vermoeden dat het zo is. Geeft dat troost? Of jaagt dat angst aan? Zorgt het voor berusting? Daar neigde mijn gesprekspartner naar.
Op de terugweg ondervond ik dat het inderdaad altijd erger kan. In Rotterdam stond de trein opnieuw stil, alwéér door een defect voertuig op het spoor voor ons. De treinbegeleider werd al ingeseind, hij gaf een schatting door voor het aantal reizigers – ik zag in gedachten al de bussen voor evacuatie komen aanrijden.
Maar kijk, wat later was er opeens iets hersteld en de trein zette zich weer in beweging. Ik mazzelde zelfs met mijn aansluiting in Mechelen. Ondertussen kon ik met die meervoudige pech ook wel lachen, want hey, er zijn blijkbaar nog ergere spoorwegmaatschappijen dan de NMBS.
Enfin, we zullen dus moeten afwachten. Misschien wordt er, wanneer we het niet verwachten, wel ergens iets hersteld.
(De foto hieronder nam ik die dag na mijn gesprek met Jamal Ouariachi. Toen we het eetcafé verlieten, liepen we plots Niña Weijers tegen het lijf, die ik een paar jaar eerder al ontmoette. Blij toevel gevat in een onbeholpen selfie.)
