Ik heb vannacht een ridder gezet

Gepost op: 06/06/17


Vanochtend moest ik bellen – mocht ik niet vergeten. Het schoot me gisteren te binnen net voor ik in slaap viel. Ik wist ook dat ik het zeker wél zou vergeten zonder herinnering. Er zijn vast technologische hulpmiddelen, digitale agenda’s, alarmen en andere geluiden op de smartphone die er kunnen voor zorgen dat er vanochtend letterlijk een belletje zou gaan rinkelen, maar ik had geen zin om het uit te zoeken. Dus deed ik wat ik vroeger als kind deed: ‘een ridder zetten’. Ik gleed het bed uit, naar de woonkamer, en gooide daar een krant midden op de vloer. De ‘ridder’.
Klinkt raar, ik weet het.
Als kind dat verzot was op de middeleeuwen ruilde ik de punten van het ballen- of schietkraam op de kermis soms in voor bronzen ridderbeeldjes. Nu ja, ze waren van plastic natuurlijk, maar egaal geschilderd in koperen of zilveren glansverf. Van die beeldjes, zo’n vijftien centimeter hoog, stonden er enkele op het hoofdeinde van mijn bed. Viel me ’s avonds bij het slapengaan in dat ik ’s ochtends ergens aan moest denken, iets meenemen voor school, een verjaardag, dan zette ik zo’n ridder naast mijn wekkerradio.  Feilloos. Ik werd ’s morgens wakker, zag het beeldje op die ongewone plek staan, een wachter bij dageraad en wist direct wat ik te doen had – want laat duidelijk zijn: ik vergat niet wát ik me moest herinneren maar eenvoudigweg dát ik me iets moest herinneren. Dat komt niet op commando.
Je hebt standaardtaal, regionale taal, dorpstaal, verenigingstaal en zelfs gezinstaal: woorden of uitdrukkingen die alleen in die gemeenschap begrepen worden. ‘Een ridder zetten’ ging tot onze gezinstaal behoren. Of misschien was het nog beperkter, wisten alleen kamergenoot Broer of wekdienst Moeder wat de betekenis ervan was.
Misschien niet eens Vader, en ik kan het hem niet vragen, want vandaag dag op dag alweer acht jaar geleden, overleed hij. Om me dat te herinneren hoef ik geen ridder te zetten. En toch. Toch schrok ik enkele dagen geleden dat die datum weer bijna daar was. Die trekt ook op een andere manier de aandacht: 6 juni, D-Day. Maar het ene jaar is het andere niet. Het ene jaar zijn de emoties hevig, het andere zijn ze zachter. Het was dit jaar op een bijna schuldwekkende manier rustig. Er was zowaar het risico op vergeten.
Was het jeugdsentiment dat ik aan het ridderzetten dacht toen ik vannacht die krant op de grond gooide? Dat ik tegelijk een wachtpost zette voor Vader? Alles raakt voortdurend met elkaar verweven. Het is de wind die door het huis van je bestaan waait. Zet hier een deur open en er waait daar een raam dicht.
Zoals altijd was het ridderzetten effectief. Toen ik met slaperige ogen vanochtend de woonkamer binnen slofte, zag ik de krant liggen en wist ik weer waaraan ik moest denken. 
Alles waaraan ik moest denken.