Welnu, meester

Gepost op: 25/04/12

Sommige uitspraken zijn te dwaas om ze zomaar te laten passeren. Of te schaamteloos, het één sluit het ander niet uit. Qua schaamteloosheid speelt advocaat Hans Rieder al jaren in de Champions League. Qua dwaasheid deed hij daar maandagavond een goede gooi naar, in Reyers Laat.
Het was wraakroepend, zei Rieder, dat “een vrouw die in haar keuken gefilmd wordt” (waarmee hij Marie-Anne Wilssens bedoelde, in het kader van de zaak Pol Van Den Driessche) “een klacht indiende en daarbij zegt dat ze weet dat de zaken al verjaard zijn”. Want, zo zei Rieder verder nog, dat kost ons allemaal geld, zulke nutteloze rechtszaken.
Buiten het evidente feit dat een klacht weldegelijk nuttig is (omdat wat niet geverbaliseerd wordt niet lijkt te bestaan, zoals bijvoorbeeld Eva Berghmans in De Standaard betoogde), wil ik meester Rieder ook even wakkerschudden uit zijn ‘holier than thou’-roes en hem even onder de neus wrijven hoe het rechtswereldje zelf met nutteloze rechtszaken en bijhorende kosten omspringt.

Daartoe een anekdote van enkele jaren geleden. Uit de eigen ‘praktijk’.

Een ochtend, een brief in de bus. Proces-verbaal wegens vermeend gsm-gebruik aan het stuur. Meer bepaald, zo stond er, omdat de bestuurder van voertuig zus en zo “manipulaties had uitgevoert (sic) op zijn gsm”. Ik herinnerde me het voorval nog goed: Brusselse ring, gsm op het dashboard rinkelt, ik kijk opzij en zie daar een politiecombi rijden. Dus pak ik snel mijn gsm, kijk even van wie de oproep komt en gooi hem vervolgens op de passagierszetel. Dergelijke “manipulatie” is bij mijn weten niet strafbaar.
Om een lang verhaal kort te maken: geen overtreding begaan betekent in mijn wereldbeeld niet betalen, en dus trachtte ik meer dan een jaar lang om via brieven, de wijkagent, gesprekopvraging bij Mobistar enzovoort, een proces te voorkomen. Dat lukte niet en op het incassobureau (ook wel politierechtbank genoemd) had men evenmin oren naar mijn argumenten. Bon, dan maar in beroep, ik had tenslotte gelijk…
Ik zou in geuren en kleuren de lachwekkende taferelen kunnen beschrijven die zich daar in het Brusselse Justitiepaleis afspeelden, maar ik berperk me tot het voorlezen van de aanklacht door madame de juge. Madame las het hierboven aangehaalde pv voor, met op de plaats van mijn ‘sic’ een zuchtend: ‘met een t…’ — en wisselde daarbij, bril op de neuspunt, een veelbetekende blik met haar bourgondisch uitziende collega-juge. Ik maak het verhaal weer kort: ik won het beroep met vlag en wimpel. Op basis van feiten, al zal het spelvermogen van de bekeurende diender geen goed aan de zaak hebben gedaan. Enfin, case closed.

Zou men denken! Een ochtend (drie weken later en ondertussen al bijna twee jaar na de feiten), een brief in de bus. Het parket ging in cassatie. In cas-sa-tie! Voor vermeend bellen met de gsm! Dat gelooft toch geen mens… Maar de zaak kwam weldegelijk op de rol en omdat er maar één partij moet verschijnen bij zo’n cassatiezaak zou ik (of beter een advocaat die ik afvaardigde) nadien wel op de hoogte gebracht worden van de afloop.
Welnu, toen die er na de gezette datum naar informeerde, bleek het parket niet eens de moeite gedaan te hebben om op te dagen en de zaak te pleiten. Verspilling?

Welnu, meester Rieder, als u de klacht van Marie-Anne Wilssens wraakroepend vindt en geldverspilling, dan moet u dringend maar eens de bezem halen door uw eigen rechterlijke wereldje. En wees gerust: dan komt u ook wel op tv.