De geur van de gang

Gepost op: 20/09/11

Je sterft. Je geheugen wordt gewist. Eén herinnering mag je bewaren. Wat zou die zijn? Met dat gegeven opent de voorstelling Luide Muziek, een samenwerking van Braakland/ZheBilding en De Figuranten. Luide Muziek mocht de nieuwe cultuursite OPEK in Leuven inwijden, een ode aan de melancholie van het doodgewone, het alledaagse en alleman. Een voorstelling die u zeker maar eens moet gaan zien.

Maar daarover wil ik het niet hebben, wel over die fascinerende vraag. Welke herinnering wil je bewaren? Ze kwam dat weekend nog eens bovenop twee interviews met Erwin Mortier over zijn nieuwste boek, over zijn moeder die aan Alzheimer lijdt. Dan wordt je geheugen ook gewist, al ben je nog niet – echt – dood.
Genoeg aanleiding dus om de introspectie eens stevig aan het werk te zetten. Welke herinnering zou ikzelf willen bewaren? Antwoord: de geur in de gang van het huis van mijn ouders.
Een geur selecteren als ultieme herinnering is niet zo vreemd. In het uitgebreide vragen- en antwoordenbestand van BZB zaten er wel meer olfactorische herinneringen, zoals de geur van de strijk op zondagochtend. De gang, de strijk, ze zijn vergelijkbaar: eenvoudige, onschuldige, repetitieve en dus houvast biedende pijlers in de zompige grond van de kindertijd.

De geur van die gang in het huis van mijn ouders (en grootouders) is volstrekt uniek en dus nagenoeg niet te beschrijven. De gang was tevens hall en trappenhuis, maar ze werd bijna uitsluitend in die tweede hoedanigheid gebruikt. Bezoek kwam immers altijd binnen langs de keukendeur aan de zijkant van het huis, langs de hall passeerde hooguit de dokter van wacht – de huisarts kende de weg langs de keuken. De gang werd dus alleen gebruikt vanwege de trap naar boven, naar de slaapkamers.
De geur die er hing kan misschien nog het best omschreven worden als de afwezigheid van geur. Het rook er niet, je snoof alleen een onwereldse frisheid op. Niet de geur van schoonmaakproducten, niet die van boenwas op de trapspijlers of luchtverfrissers, maar een volstrekt authentieke geur van koele frisheid. Als kind bracht die geur me naar het voorgeborchte van de slaap. Later verminderde dat, want de trap leidde dan ook naar het piepkleine studeerkamertje waar ik mijn naamvallen stampte. Maar zelfs nu, nu nog, wanneer ik eens die trap op loop, treft me die geur als een onveranderlijk en een geluksgevoel genererend baken.
Heel af en toe gebeurde het weleens dat die geur verstoord werd omdat er een bak met uien of een pot verf was blijven staan. Dat gebeurde uiterst zelden – de gang was daar nu eenmaal niet voor bestemd – maar als het eens voorviel, dan wurmde de vertrouwde heldere ganglucht zich snel weer aan de oppervlakte van zodra het andersgeurende Fremdkörper was verwijderd.
Weinig geuren zijn zo oorspronkelijk en zo onveranderlijk.

Ja, laat dat maar de laatste herinnering zijn die bewaard wordt, voor de grote slaap.