De half geschilde appel met het mes nog ondiep in het vlees gedrukt rolde hulpeloos over het aanrecht, maar ik zag het al niet meer. Shit, dat parkeerverbod! Een vlammende scheut was door mij heen gegaan, ik had me op mijn hielen omgedraaid, mijn schoenen aangetrokken (die zonder veters) en was naar buiten gehold.
Die scheuten doemen al heel mijn leven af en toe op. Huiswerk vergeten! Sleutels op tafel laten liggen! Gsm in de broek voor de was laten zitten! Bad laten vollopen (en telefoon gekregen)! Scheuten die meestal het gevolg zijn van vergeetachtigheid.
Vanochtend dus weer zo’n scheut. Ik had gisterenmiddag gemerkt dat ik mijn auto om de hoek had geparkeerd op een van de plaatsen waar alvast een verbodsbord bij was geplaatst: verboden te parkeren op 17 en 18 mei, van 06h tot 19h. Geen erg, dacht ik, roekeloos mijn vergeetachtigheid veronachtzamend, ik verzet hem vanavond wel na mijn Spaanse les.
Maar de Spaanse les was gedaan, en de auto bleef staan.
Vanochtend dus: hoe mensen opeens verhoogde hersenactiviteit kunnen vertonen bij het schillen van een appel. Dat parkeerverbod! Ik rende naar buiten, zo snel mijn schoenen zonder veters me konden dragen, de hoek om, en zag twee bestelwagens van de stedelijke groendienst. Met daartussen, tot mijn grote opluchting, een zwarte VW. Ik liep op een van de mannen af en stamelde een ter plekke verzonnen excuus over niet weten, al lang geparkeerd staan en een buurman die me verwittigd had. Waarop de man me vertelde dat ik wel geluk had. Normaal komen ze met een grote vrachtwagen, maar die wou vanochtend niet starten. En dus waren ze maar met twee bestelwagentjes gekomen. Anders… Ik maakte zelf zijn zin verder af: anders hadden ze mijn zwarte VW genadeloos weggesleept. Hij knikte, verontschuldigend haast.
Het moet zijn dat ik onlangs een goede daad heb verricht.