Neen, we moeten daar niet moeilijk over doen: niet iedereen vond de Nacht van de Poëzie geslaagd.
Ik wel. Vele anderen met mij.
Waarom dan wel?
In de vele verslagen die de pers of het grotere medium van facebook haalden, schemert naast veel sfeer hier en daar een Reden door. Ik wil die niet op een rijtje zetten. Redenen zijn vaak persoonlijk. Soms ook niet…
Ach wat, laten we de twee gewoon door elkaar klutsen. Waarom was de Nacht goed?
Omdat de buzz die er al weken in de media gonsde onmiskenbaar de Voorbode van Iets Groots was.
Omdat de Vooruit de best denkbare wirwar van gangen, zalen en zolders biedt om zo’n evenement de nodige structuur te ontnemen.
Omdat het altijd fijn is om de dingen buiten hun context te zien. Een akoestische set van Slayer. Alicia Keys op zware metalen.
Omdat iedereen het fijn vindt om bepaalde mensen te ontmoeten. Al is het om hen te negeren.
Omdat de Nacht de Nacht en geen voordracht is. Al waren we af en toe blij dat het dat even wel was.
Omdat poëzie in al haar facetten bij uitstek iets blijft dat ongrijpbaar is, dat niet in cijfertjes, definities, statistieken of verklaringen te vatten is. Probeer maar, het zal je steeds weer ontsnappen.
Omdat we één keer per jaar toch eens Maes moeten drinken om ons eraan te herinneren dat het niet te zuipen is.
Omdat de Nacht was wat de Nacht moet zijn: een zootje ongeregeld, van dichters pur sang tot masturberende egotrippers, van prinsessen van de taal tot narren van het woord. En dat allemaal dankzij organisatoren (!), artiesten (!) en toeschouwers (!), en vooral de combinatie (!!) daarvan.
Omdat. Omdat misschien wel niets van dit alles.
Er werd me gevraagd naar een hoogtepunt. Dat was er niet, er waren er véle, hoe afgezaagd en cliché dat ook klinkt. Uiteraard heb ik van de persoonlijke vrienden die ik zag optreden genoten, maar telt dat?
Om er toch één te noemen: de multimediale show die Dirk Van Bastelaere zijn kornuiten liet opvoeren. Omdat die misschien wel het meest ontsnapte aan definitie en verklaring, waardoor in de pers zowel termen als “gore pornomontage” en “postmodernistisch verantwoord spektakel” om de waarheid streden, en die er misschien als enige in slaagde om écht een controverse teweeg te brengen (misschien willens nillens, want ook controverse is ondertussen ‘gedateerd’) in het epicentrum van de poëzie – of toch het poëziespektakel -, daar waar naakte dichters, stembandbeulen of ordinaire podiumkapers dat al lang, al héél lang, niet meer kunnen.
Gisteren was de Nacht.
Morgen is de Poëzie.