Van de wereld vallen

Gepost op: 04/12/09

Waar je van de wereld valt, daar ligt de Keizersberg, de heuvel met de abdij en het huizenhoge Mariabeeld dat boven Leuven uittorent. Op vrije vrijdagmiddagen ging ik er wel eens naartoe. Via de Burchtstraat en de Mechelsestraat klim je omhoog naar de nauwelijks opvallende toeganspoort – eentje voor auto’s en eentje voor voetgangers. Wanneer je de parking overloopt naar de hoek van de abdij, dan stap je als het ware van de drempel van de wereld. Je loopt omhoog en achter de stenen boog die de parking afsluit van de tuin, ligt het grote niets. Of zo lijkt het toch. Tot je door de boog stapt en een licht afhellend grasveldje voor je hebt dat omzoomd wordt door de kruinen van de bomen die op de berghelling groeien.

Aan de overzijde van dat grasveldje staat het Mariabeeld en een eindje verder, voorbij de waterput, is een door bankjes omzoomde mirador, van waar je – zeker in de winter – tussen de kale boomtakken over Leuven uitkijkt.

De geluiden zijn er minder fel dan beneden, de plek baadt in rust. Vooral bij valavond is het een heerlijke plek om te vertoeven: de stad zakt langzaam weg in de schemering, de lucht kleurt boven de grijze fabrieksmuren van de Stella, de straatlantaarns knipperen aan en in de huizen wordt hier en daar al de avondverlichting ontstoken.

Vandaag ging ik er nog eens naartoe. Het grasveld was afgesloten, de toegang naar de rand van de heuvel en naar de mirador met kippengaas en een poortje versperd. Op politiebevel. Allicht vanwege het gevaar dat iemand van de rand zou donderen en twintig meter lager op de Burchtstraat zou terecht komen. Een kleine ontgoocheling.

Een stad verandert, zo blijft ze eeuwig jong en zo hebben alleen haar inwoners de indruk oud te worden. Niet alle veranderingen zijn ten goede. Het is ook een beetje van de wereld vallen.