Hesterberg

Gepost op: 01/05/09

Het was mooi weer en dus trok ik mijn stapschoenen aan. Niet die schoenen waarmee ik vorige week op de dag na Onbeschrijf’lijk Vers nog enkele uren door Den Bosch gelopen had – wat mij op een flinke blaar kwam te staan – maar degelijke sportschoenen. Oord van mijn wandeling: het dorp van mijn jeugd.

Het ligt er nog altijd, dat dorp, ook al ben ik er al bijna twintig jaar weg, maar helemaal hetzelfde is het niet meer. Dat wist ik al toen ik toevallige passanten te voet of te fiets vriendelijk goeiedag knikte en de eerste vier niet reageerden. De vijfde wel, maar dat doet er niet toe, ik wist toen al dat ‘het dorp van mijn jeugd’ niet meer bestaat. Dat oude dorp, waarvan nog altijd de huizen resten met het geribbelde glas in de voordeur en de landerijen waarop maaimachines een geur van gras verspreiden die me doet terugdenken aan de tijd dat vers gemaaid gras geassocieerd werd met zomeravonden in pyama en slapengaan wanneer het nog licht was – het gras mocht in de zomerhitte namelijk niet overdag gemaaid worden omdat het dan zou verdorren – dat dorp is veranderd. Veranderd in mijn herinnering tot het mythische Hesterberg, dat eens het decor van een roman moet worden, zo een als Terug naar Oegstgeest of Naar Merelbeke. Terug naar Hesterberg.

Maar sommige dingen veranderen niet, zoals het pad langs de spoorlijn, de helling naar het topje van de Kale Berg en het kerkhof dat op de berghelling ligt, vlak naast de chirolokalen, zodat er in de zomer een klank van jeugd over de graven speelt en in de winter de afstand tot het levendige dorpscentrum voldoende groot is om de dood haar eenzaamheid en kou te gunnen. Ik vind er als vanouds het graf van mijn grootvader op gevoel, zonder me te vergissen, zonder de rijen te tellen.  Ik blijf er even staan. Maar vandaag wek ik de doden niet.

Wanneer ik ‘s avonds terugrijd naar de stad die nu de mijne is, waait door het openstaande raampje van mijn wagen een brandgeur naar binnen. Een geur die vroeger opsteeg uit de ijzeren vaten in de achtertuinen, waarin men huisvuil verbrandde, en andere rommel, zoals herinneringen.