Op mijn balkon staat een houten tafeltje dat mijn grootvader heeft gemaakt. Hij was dokwerker van beroep maar alleskunner van nature. Toen ik het zonet inwreef met vernieuwer, zag ik mijn handen in de zijne schuiven terwijl hij de laatste hand legt aan de afwerking. Over de jaren heen koesterden we hetzelfde hout.
Een van komende dagen zal ik met mijn handen in de potgrond zitten, nu mijn appartement eindelijk wat groen gekregen heeft, en zal ik de gebaren van mijn grootmoeder overnemen. Ze overleed vandaag twee jaar geleden – 104, ik zeg het er altijd maar even bij. Het herinnert me er voor de tweede keer al aan dat ik ook precies zoveel jaar geen vlees meer eet.
We leven door in onze bloedverwanten. Mijn grootouders in mij.
Ik zit nu aan dat tafeltje op het balkon met restjes geur van de vernieuwer in mijn neus. Mijn grootouders hebben nooit met een computer gewerkt, mijn grootvader heeft er zelfs nooit een aangeraakt.
Maar het is niet in technologie dat we doorleven, maar in hout en potaarde.