Soms moet je dingen weten om te keren.
Gisteren was een baaldag. Zo’n echte, waarop een toestel uit je handen glipt en een ander kapot gaat, waarop je nieuwe of herstelstukken koopt en bij het passeren van de brievenbus merkt dat je een week eerder een signalisatie van wegenwerken gemist hebt. En net wanneer je je daar allemaal bij neergelegd hebt, kom je erachter dat een levering zoekgeraakt is omdat men je oude adres nog had.
Dat is balen. Heel erg.
En toch.
Op zo’n dag komen er altijd andere dingen naar boven. Dan voel ik hoe de kosmos mij die loer draait om me eens goed dooreen te schudden. Dan krijg ik, met de steun van de liefste die ze zo onvoorwaardelijk en met overgave schenkt, nieuwe energie. Dan weet ik dat die tik van de kosmos zegt: stop met tijd te versmossen aan onbenulligheden.
Je moet dingen proberen om te keren.
Het is niet toevallig dat er voor Pasen een periode ligt van veertig dagen vasten. De katholieke resetknop. En nu, voor Kerstmis, is er de advent, maar zijn we die niet helemaal kwijtgespeeld? Wie weet nog dat Kerstmis wordt ingeleid door vier zondagen? Neen, geen koopzondagen.
Alleen de adventskrans, wanneer hij vier kaarsen telt, getuigt nog van dat voorbereidingsritueel.
Vroeger, toen in de lagere school mijn vader ook mijn meester was, stond er achter in de klas een miniatuurgebouw in piepschuim, type langgevelhoeve. Daarin waren vijf poortjes, één voor Kerstmis en een voor elke zondag van de advent, en achter elk poortje zat een tafereel. Ik ben vergeten welke, maar ik geloof dat de annunciatie en de tocht naar Bethlehem erbij zaten. Het was elke maandag een spannend hoogtepunt wanneer we een poort mochten openmaken. Kerstmis naderde en dat voelde je.
Gisteren ging er zo’n poortje open.
Vandaag kwam die verloren zending terecht.
Morgen zet ik mij aan het schrijven, enkele dagen offline. De tocht naar Bethlehem is nog lang.